Hij straalt. Hij staat precies waar hij thuishoort en hij straalt. Zijn grijns vanaf het podium is aanstekelijk. Vanaf de eerste rij grijns ik terug. De hele zaal brult mee. Ik ken geen enkel nummer, maar ben zo trots als een pauw. Daar staat hij. De lieve vriend die me altijd laat lachen. Die me zes jaar lang vanaf de andere kant van de wereld een hart onder het riem stak als ik het nodig had. Die tot diep in de nacht vioolpartijen uitwerkte, oefende of gekke fimpjes maakte en me verzekerde dat hij echt bijna ging slapen. De vriend met wie ik de wildste avonturen bedacht. Gewoon, omdat we tijd hadden. Nu staat hij voor me op het podium te genieten in een stad die ooit de mijne was en nooit de zijne en ik gun hem de wereld. En ik gun de wereld meer mensen zoals hij. Mensen die anderen laten lachen. Die delen, ontroeren en luisteren. Mensen die stralen en anderen laten stralen. En ik gun mezelf deze dag. Dit zijn de momenten. Dit is geluk.