Umbra = het donkerste, binnenste gedeelte van een eigenschaduw
Het licht staat op rood. Aan de overkant een gezicht dat ik zou moeten kennen. Bij groen begint hij te fietsen, ik te lopen. Hij kijkt niet. Het meisje achterop de fiets kijkt mijn kant op. Een grote glimlach verschijnt op haar gezicht.
‘Mam!’
Duizend kushandjes verdwijnen in de verte. Als het laatste kusje verdwenen is kijk ik weer voor me. Tussen de gebouwen door raakt een streepje zon het trottoir. Ik spring er overheen en trek mijn jas wat verder dicht. Ik blijf staan en kijk naar de weg die voor me ligt. Ik draai me om en loop naar huis, springend over de streepjes zon.
Het huis is stil. Ik plof op de bank en staar naar de muur. Met mijn rechterhand ondersteun ik mijn linkerarm. Langzaam beweeg ik mijn vingers. De zwarte vingers op de muur bewegen mee. Mijn arm voelt zwaar. De zwarte vingers vallen naar beneden. Ik sta op en doe de gordijnen dicht. Vandaag ben ik donker. Geen streepje licht zal mijn schaduw zichtbaar maken. Morgen mag de zon mij weer raken, samen met de handjes van de duizend kusjes.
zooooooo mooi!!!!!!!