Het is een warme dag. De kat ligt uitgestrekt achter het gordijn en de hond snurkt in het dunne streepje zon dat op de vloer valt. Binnen is het donker.
‘Ik wil gewoon iets doen’, fluistert ze. Een traan valt op zijn mouw. Hij wrijft met zijn hand over haar rug.
‘Waarom ben je verdrietig?’
‘Ik weet het niet’, antwoordt ze, net als de andere keren. Ze staat op en loopt naar de slaapkamer. Daar zal ze voor zich uit staren, misschien nog wat huilen en met een beetje geluk in slaap vallen. Hij kijkt om zich heen. Hij is in haar huis, maar zij is er niet. Het verdwijnen is moeilijk te voorspellen. Soms duurt het een paar minuten, soms een uur, soms een dag. Hij staat op en trekt de gordijnen open. Hij zal wachten tot ze terugkomt. Met een beetje geluk is het morgen weer licht.
Mooi Kristel