Dat haar bril viel en een auto er vervolgens overheen reed, was niet het ergste wat haar die dag was overkomen. Haar bril was niet zomaar gevallen. Ze had geprobeerd om een traan weg te vegen en met haar wijsvinger en middelvinger nog achter het glas had ze willen uitwijken voor een duif. Ze had haar stuur willen grijpen en in diezelfde beweging had ze haar bril op straat geslingerd. Als die traan er niet geweest was, had haar bril nog op haar neus gestaan. Als hij bij haar was gebleven, had ze niet de hele ochtend gehuild. Dan had ze die dag haar lenzen kunnen dragen.