‘Bagagedrager is eigenlijk best een mooi woord.’
‘Wat zeg je?’
Ze draait haar hoofd naar hem toe. Ze liggen nu al een uur in het gras naar de lucht te staren.
‘Bagagedrager. Dat dat best een mooi woord is.’
Ze lacht en legt een hand op zijn wang.
‘Ja hoor lief, heel mooi.’
‘Als jij bij mij achterop de fiets zit dan hoef je je eigen bagage niet meer te dragen. Dat doet de drager voor je. Dus eigenlijk ben jij nergens lichter dan achterop mijn fiets.’
Ze kijkt naar de wolken en glimlacht. Haar bagage is in goede handen.