Scheef
De kerstboom staat een beetje scheef. De piek ook, maar dan de andere kant op. Onder de boom heeft de hond zijn eten uitgespuugd en de bank ruikt naar demente, incontinente kat. Telkens als ik ga zitten, springt de oude dame spinnend op mijn schoot. Haar nagels haken in al mijn truien. Ze haalt nog steeds uit naar de hond. Dat ze een hekel aan hem heeft is ze nog niet vergeten. Als ik de deur uit ga, gaan er vuilniszakken op de bank, gaat de hond naar de andere kant van de kamer en wordt het halve meubilair verschoven. Mijn hele huishouden staat een beetje scheef. Ongemerkt buig ik mijn hoofd een beetje mee. Schuin achter de kerstboom hangt een foto van mijn dochter. Ze kijkt de kamer in met een geheimzinnige glimlach. Zij weet dat niks recht staat en ze laat het zo. Straks als ze thuis is zal ze tegen me zeggen dat ik niet boos moet worden als de kat haar nagels weer in mijn trui zet. Als ze weggaat zal ze tegen het beestje zeggen hoeveel ze van haar houdt. Dan weet ze dat, voor het geval ze elkaar niet meer terugzien. Ik glimlach naar mijn dochter aan de muur. Het huis is klaar voor een scheve kerst.