Te veel
Deze dag is te veel. Kleuren te fel, geluiden te hard en mijn hoofd te vol. Terwijl mijn gedachten van heden naar verleden naar toekomst springen, vraag ik me af hoe ik hier gekomen ben. Het laatste stuk bos heb ik niet gezien, de brug voelde ik niet onder mijn voeten. Een boodschappenlijstje raakt verdwaald tussen het gesprek dat ik eerder had en de indrukken die nog geen plekje hebben gekregen. En ergens onder dit alles zit verdriet dat nog niet geuit kan worden. Van buiten ben ik stil, van binnen schreeuwt alles om ruimte. Een muur om naar te staren en een kussen om tegenaan te leunen. Een schouder om op te huilen. Ik doe al jaren alsof ik alles alleen kan en doe dat meestal vrij overtuigend. Maar niet bij jou. Bij jou mag ik huilen en vloeken, stil zijn en falen, zeggen dat ik even niet meer meedoe. En als jij verdwaalt in de chaos van je gedachten, haalt mijn hand je zachtjes terug. Als je niet meer weet hoe we hier gekomen zijn, laat ik je het pad zien dat ons hier heeft gebracht. De weg is soms modder, maar altijd breed genoeg voor twee.
Wonden
Zijn gezicht flitst door mijn hoofd onderweg naar de supermarkt. Daar staat hij, mandje aan zijn voeten, bij de koekjes en chocola. Hij kijkt op en glimlacht.
‘Ik heb je lang niet gezien.’
Hij knikt, zegt dat hij lang in zijn geboorteland was. Nu zie ik de vermoeidheid in zijn blik, de pretlichtjes verdwenen. Ik durf het bijna niet te vragen.
‘Hoe was het daar?’
Hij schudt zijn hoofd.
‘Je familie?’
Hij aarzelt.
‘Mijn familie is vermoord. Mijn moeder, mijn broer… Vrienden zijn ontvoerd…’
Ik leg mijn hand op zijn arm, tranen over mijn wangen. Hij vertelt dat hij is teruggegaan met zijn kinderen om afscheid te nemen. Dat hij nu probeert om hier het leven weer op te pakken. En hoe absurd dat is.
‘Sorry dat ik je liet huilen.’
Hij omhelst me, bedankt me voor het gesprekje. Die avond loop ik buiten met de hond, mijn hoofd nog in de supermarkt. Ik struikel over een stoeprand en val voorover. Twee bloedende handen en geen zakdoekje. Ik loop naar huis, mijn handen onhandig omhoog gestoken. Ik huil. Niet om mijn eigen wonden, maar om de zijne. Wonden die misschien ooit stoppen met bloeden, maar die nooit meer zullen verdwijnen.
Artwork: Ricco van Nierop