‘Mam, waarom kan jouw oma niet goed soep eten?’
‘Omdat mijn oma al heel oud is.’
‘En als mensen oud zijn dan gaan ze dood. Als ze heel oud zijn. Ik denk dat ze nu dood is.’
De telefoon gaat. Mijn moeder. Of het bij ons ook mooi weer is.
‘Mam, waarom kan jouw oma niet goed soep eten?’
‘Omdat mijn oma al heel oud is.’
‘En als mensen oud zijn dan gaan ze dood. Als ze heel oud zijn. Ik denk dat ze nu dood is.’
De telefoon gaat. Mijn moeder. Of het bij ons ook mooi weer is.